
Naar zijn komst werd ruim een jaar uitgekeken. Xabi Alonso (43) had na zijn laatste wedstrijd bij Bayer Leverkusen enkele dagen om zich voor te bereiden op Real Madrid. Nu moet hij balanceren tussen hoge verwachtingen en het bijbrengen van zijn voetbalvisie aan de spelers.
Het is elf jaar geleden dat Xabi Alonso als speler bij Real Madrid vertrok. Hij was 32 jaar en tekende bij Bayern München, destijds onder leiding van Pep Guardiola. Na het winnen van de Champions League met Real werd hij gedreven door nieuwsgierigheid, naar de Bundesliga, maar vooral naar Guardiola. Alonso was als speler al iemand die dieper nadacht over het spel dan de meeste anderen. Luka Modric en Dani Carvajal, die hem nog meemaakten als teamgenoot, waarschuwden de jongere spelers voor het perfectionisme van hun nieuwe trainer. Zij vertelden dat hij iemand is aan wie geen enkel detail ontgaat, hoe futiel het ook lijkt.
Voor de selectie van Real Madrid was het de eerste trainingsdagen dan ook schakelen. Van de bedachtzame, meer observerende Ancelotti naar een trainer die erbovenop zit en niets aan het toeval overlaat. Zoals een leraar in groep 3 kinderen stap voor stap leert lezen, zo probeert Alonso zijn voetbal-ABC over te brengen. Voor velen voelt het alsof ze opnieuw moeten leren denken: Alonso tekent het spel uit en de spelers moeten het vervolgens exact kunnen nabootsen.