
Dankzij de transfers van Tijjani Reijnders (Manchester City) en Ezechiel Banzuzi (RB Leipzig) vielen deze zomer al twee grote doorverkoopbonussen in de Eredivisie. Het zullen zeker niet de laatste zijn. De transfermarkt lijkt een soort Wall Street waar technisch directeuren steeds meer zijn gaan speculeren op waardegroei.
Ezechiel Banzuzi legde een wonderlijke route af naar de Bundesliga. Na zeven jaar NAC en een dubbele play-off-nederlaag tegen FC Emmen, in 2023, was er geen interesse uit Nederland voor de fysiek sterke, boomlange middenvelder die inmiddels wordt vergeleken met Paul Pogba. Dus dan maar naar OH Leuven, dat een miljoentje voor hem overhad. ’Het voelde als unfinished business’, zo kwalificeerde de fonkelnieuwe aankoop van RB Leipzig eerder deze maand die episode. Unfinished business was het ook letterlijk, gezien de premie die NAC nu nog voor hem toucheert.
Zonder betrokken te zijn bij zijn verdere ontwikkeling en zonder enige inbreng bij de onderhandelingen met Leipzig, krijgt NAC een bedrag overgemaakt dat hoger ligt dan de transfersom van destijds. Veel beter had Banzuzi zijn transfer niet kunnen timen, erkent directeur Remco Oversier, die in Breda gapende begrotingsgaten moet wegpoetsen. ‘We zijn momenteel een kleine vijf miljoen in het stadion aan het duwen. Daar hebben we links en rechts leningen voor afgesloten. Dan is het wel lekker als zo’n transfer valt. Een prettige bijdrage die niet was begroot.’